Inwoners denken mee over klimaatmaatregelen ter ondersteuning van het Nationaal Burgerberaad Klimaat
Inwoners denken mee over extra klimaatmaatregelen
Ruim 35.000 inwoners van Nederland dachten mee over de vraag: hoe kunnen we als Nederland eten, spullen gebruiken en reizen op een manier die beter is voor het klimaat? De resultaten hielpen het Nationaal Burgerberaad Klimaat bij het opstellen van haar advies aan het kabinet en de Tweede Kamer.
Aanleiding
Het Nationaal Burgerberaad Klimaat is door het kabinet en de Tweede Kamer gevraagd om advies te geven over de vraag: hoe kunnen we als Nederland eten, spullen gebruiken én reizen op een manier die beter is voor het klimaat? Om het Nationaal Burgerberaad Klimaat te helpen antwoord te geven op deze vraag, is er een raadpleging uitgevoerd waarin mensen konden aangeven wat zij belangrijk vinden. Respondenten werden op de stoel van het burgerberaad gezet, waarbij ze de keuzes van het burgerberaad ervoeren. Vervolgens gaven de respondenten aan wat volgens hen echt moet meewegen bij klimaatbeleid over eten, spullen gebruiken en reizen.
Opzet van de raadpleging
De raadpleging is opgesteld volgens de Participatieve Waarde Evaluatie (PWE) methode. Dit is een participatiemethode die Populytics inzet om inwoners te betrekken bij beslissingen die hen gaan raken. In de raadpleging voor het Nationaal Burgerberaad Klimaat verdeelden deelnemers 40 punten over acht principes waar het burgerberaad rekening mee kan houden in het schrijven van haar advies.
In totaal deden 35.000+ mensen mee:
- Panelraadpleging (3.022 deelnemers): representatief voor de Nederlandse bevolking op gender, leeftijd, opleiding en zorgen over klimaatverandering.
- Open raadpleging (32.864 deelnemers): iedereen kon deelnemen.
- Jongerenraadpleging (322 deelnemers): speciaal voor jongeren.
Wat vinden Nederlanders het belangrijkst?
De prioriteiten blijken opvallend consistent tussen verschillende groepen, onafhankelijk van leeftijd, gender, opleiding, migratieachtergrond. Mensen geven de hoogste prioriteit aan zorgen dat het dagelijks leven niet duurder wordt, bedrijven meer laten betalen als ze veel vervuilen en zorgen dat klimaatbeleid goed is voor planten en dieren. De laagste prioriteit wordt gegeven aan mensen en bedrijven zelf laten beslissen.
Hierin zien we: voorkeuren van mensen komen vaker overeen dan dat ze verschillen. Het enige grote verschil zit tussen mensen die zich wel zorgen maken over klimaatverandering en mensen die zich geen zorgen maken over klimaatverandering. Mensen die zich veel zorgen maken over klimaatverandering vinden bijvoorbeeld belangrijke principes dat bedrijven en mensen meer betalen als ze veel vervuilen, dat klimaatbeleid goed is voor dieren en planten en dat er veel meer gedaan wordt tegen klimaatverandering. Terwijl mensen die zich helemaal geen zorgen maken het vooral belangrijk vinden dat het dagelijks leven niet duurder wordt, dat mensen zelf kunnen beslissen, en dat bedrijven in Nederland blijven.
Er is mensen ook gevraagd of ze vinden dat klimaatbeleid moet zorgen dat mensen op andere manieren gaan eten, reizen en spullen gebruiken. Hier zien we: de meeste mensen zijn best bereid om op een andere manier spullen te gebruiken en veel mensen ook om anders te eten of te reizen. Maar als onbeperkte keuzevrijheid wordt ingeperkt, is het wel belangrijk dat de duurzame alternatieven betaalbaar, beschikbaar en beter zijn. Dat betekent bijvoorbeeld dat op een andere manier eten de dagelijkse boodschappen niet duurder moet maken dan ze al zijn. Of dat herbruikbare spullen van betere kwaliteit moeten zijn, en openbaar vervoer beschikbaar moet zijn op alle plekken in Nederland.
