Case

Wanneer is duurzame warmte ook betaalbare warmte?

Wanneer is duurzame warmte ook betaalbare warmte?

Nederland gaat overstappen van aardgas naar duurzame warmte voor verwarming, warm water en koken. Met een innovatieve onderzoeksopzet vroegen we aan inwoners zelf wat zij belangrijk vinden in gemeentelijk beleid als het gaat om de betaalbaarheid van duurzame warmte. Bijna 15.000 inwoners uit zestien gemeenten deden mee.

Waarom dit onderzoek?

Nederlandse gemeenten maken in hun warmtevisies plannen voor de transitie van aardgas naar duurzame warmte. Dit is belangrijk voor het klimaat én omdat we minder afhankelijk willen zijn van andere landen voor de warmtevoorziening. De overheid wil dat deze overgang betrouwbaar, duurzaam én betaalbaar verloopt.

Dat laatste – betaalbaarheid – is ook een zorg van veel Nederlanders. Dat geldt voor aardgas, maar ook voor duurzame verwarming. Wat ‘betaalbaar’ is kan echter verschillen van persoon tot persoon. In dit onderzoek voor 16 gemeenten en Energie Beheer Nederland zijn we daarom samen met MSG Sustainable Strategies op zoek gegaan naar wat mensen belangrijk vinden als het gaat om betaalbare warmte.

Welke aanpak kozen wij?

Bijna 15.000 burgers uit zestien gemeenten namen op uitnodiging van hun gemeente deel aan dit onderzoek. Het is voor het eerst dat zoveel gemeenten samen optrekken in een burgerraadpleging.

We gebruikten twee bijzondere methoden: een Participatieve Waarde Evaluatie en een Discretekeuze-Experiment. Beide methoden creëren “keuzepijn”. Daarmee bedoelen we dat deelnemers keuzes moesten maken binnen beperkingen. Net als in het echt.

  • Methode 1 – Participatieve Waarde Evaluatie: Deelnemers gaven antwoord op de vraag wat zij belangrijk vinden bij betaalbare warmte door 35 punten te verdelen over zeven beleidsdoelen. Uit de toelichtingen van de deelnemers leren we meer over de achterliggende motivaties.
  • Methode 2 – Discretekeuze-Experiment: Deelnemers kregen twee warmte-aanpakken te zien die verschillend waren op vijf kenmerken. De kenmerken hebben te maken met kosten en baten van de warmtetechniek, maar de techniek zelf werd niet genoemd. De deelnemers kozen de aanpak die zij de gemeente zouden adviseren. De keuzevraag werd zes keer herhaald en iedere deelnemer kreeg andere aanpakken te zien.

Een andere bijzonderheid van deze methodes is dat zij inzichten geven in de prioriteiten die deelnemers als burger stellen en niet als consument (zie afbeelding).

Wat zijn de belangrijkste resultaten?

1. Er is steun voor duurzame warmte

61% van de deelnemers vindt overstappen van aardgas naar duurzame warmte een (heel) goed idee. Tegenover 17% die dit een (heel) slecht idee vindt. Een reden is dat een zeer groot deel van de deelnemers zich (veel) zorgen maakt over het klimaat (80%).

2. Energieleveranciers moeten zo weinig mogelijk winst maken en hier transparant over zijn

Burgers vinden het voor betaalbaarheid een belangrijk doel dat energieleveranciers zo weinig mogelijk winst maken en hier transparant over zijn. Verschillende groepen mensen vinden dit het belangrijkste. Ze vinden dat dit een basisprincipe moet zijn voor het beleid over de warmtetransitie.

3. Burgers willen liever niet meer betalen voor duurzame warmte dan voor aardgas. Maar als het niet anders kan, dan adviseert een meerderheid tóch dat de overheid een aanpak moet kiezen die méér kost, als dat helpt om meer CO2 te besparen of het wonen fijner maakt.

Zij geven dit advies als ze moeten kiezen tussen aanpakken voor de hele buurt of wijk op lange termijn. Burgers vinden een aanpak betaalbaarder als het veel CO2 bespaart en als je de woning in de zomer ook kunt koelen. Burgers vinden deze voordelen ook geld waard. Hoeveel geld ze het waard vinden, hangt af van de eigenschappen van duurzame warmte en de verschillen tussen mensen. Dit beschrijven we verder in het rapport [+LINK].

4. Een meerderheid kiest al vrij snel voor duurzame warmte. Maar de aanpak moet véél beter worden voordat 70% of 80% van de mensen het adviseert.

Dit is van belang, omdat de meeste gemeenten een grote meerderheid nastreven om een buurt of wijk aardgasvrij te maken. Voor een meerderheid van 70% of 80% is een combinatie noodzakelijk van én kosten die wél gelijk of lager zijn dan die van aardgas én extra voordelen zoals comfort en minder CO2-uitstoot.

5. De meningen verschillen het meest over hoeveel invloed de overheid moet hebben en hoeveel tijd bewoners krijgen voor de overstap naar duurzame warmte.

Burgers die zich zorgen maken om het klimaat vinden vaker dat het de rol van de overheid is om te bepalen hoe een wijk overstapt op duurzame energie als dat helpt om de totale kosten voor de samenleving laag te houden. En zij hebben haast om over te stappen. Burgers die zich over het klimaat geen zorgen maken vinden een rol van de overheid minder belangrijk. En willen dat mensen zo lang mogelijk de tijd krijgen om een geschikt moment te kiezen om te stoppen met gas.

Wat kunnen gemeenten met deze resultaten?

De 16 gemeenten die aan dit onderzoek hebben deelgenomen kunnen hun warmtebeleid nu beter laten aansluiten op wat de eigen burgers belangrijk vinden. In het algemeen adviseren we gemeenten om betaalbaarheid niet alleen als een rekensom te benaderen (is het betaalbaar?), maar ook bewoners hierover te bevragen (wanneer vinden mensen het betaalbaar?). De resultaten uit dit onderzoek kunnen helpen om dit gesprek beter te voeren tijdens raadsvergaderingen, bewonersavonden, raadplegingen, andere participatiemomenten.

Meer weten?

Of drink een kop koffie met onze hoofdonderzoeker Shira Hollanders.

Deel dit artikel

Meer weten?

Blijf up-to-date